Sluit het

Waar bent u naar op zoek vandaag?

Typ een willekeurig woord en druk op Enter

Diabetes type 1 bij kinderen

 

Diabetes type 1 is de meest voorkomende stofwisselingsstoornis bij kinderen en adolescenten 

Het is een chronische auto-immuunziekte die het gevolg is van de vernietiging van insulineproducerende bètacellen in de alvleesklier. Het wordt gekenmerkt door een hoge concentratie glucose in het bloed, hyperglykemie genaamd.

De prevalentie van diabetes type 1 bij kinderen en adolescenten neemt wereldwijd toe. Dankzij talrijke onderzoeken is de kennis over deze ziekte de afgelopen 25 jaar sterk verbeterd, en hoewel sommige grijze gebieden nog steeds aanwezig zijn, heeft een beter begrip van de waarschuwingssymptomen van het ontstaan van diabetes type 1 het mogelijk gemaakt om effectieve behandeling te implementeren en het leven van kinderen die ermee leven te verbeteren.

Symptomen

Tot de tekenen van diabetes type 1 bij kinderen behoren de meest voorkomende symptomen van hyperglykemie, met name: 

  • vaker moeten plassen dan normaal, overdag en in de nacht, met grotere hoeveelheden urine
  • ongewoon sterke dorst
  • aanzienlijk gewichtsverlies
  • vermoeidheid

In zeldzamere gevallen kan een kind met diabetes type 1 last hebben van braken, kortademigheid en buikpijn.

Deze symptomen treden meestal op in de vroege stadia van de ziekte en zijn voor ouders moeilijk op te sporen, omdat ze gemakkelijk worden aangezien voor veel andere vaak voorkomende kinderziekten.                                                                             

Diagnose 

Hoewel het screenen op diabetes type 1 sterk wordt aanbevolen voor mensen met een familiegeschiedenis van diabetische erfelijkheid, toont onderzoek aan dat tussen 85% en 90% van de nieuw gediagnosticeerde diabetische kinderen geen familieleden met de ziekte heeft.

Wanneer de typische symptomen die wijzen op diabetes type 1 bij kinderen zijn waargenomen, worden de bloedglucosewaarden gemeten via een bloedglucosetest.

Zodra bij een kind een positieve diagnose van diabetes type 1 is gesteld, moet dit onmiddellijk worden behandeld door een professionele specialistische gezondheidswerker of een kinderarts met ervaring in diabetologie. Hoe sneller het kind wordt begeleid en met de juiste behandeling begint, hoe lager het risico op complicaties en overlijden.

Behandelingen

Zodra een kind is gediagnosticeerd met diabetes type 1, heeft het levenslange insulinetherapie nodig en moet hij of zij dagelijks de bloedglucosespiegel controleren. 

Er zijn verschillende mogelijke oplossingen voor de behandeling. 

Insuline kan worden toegediend:

  • via meerdere dagelijkse injecties
  • door continu insuline-infuus

De berekening van de insulinedosis is gebaseerd op de koolhydraatinname, lichamelijke activiteit en regelmatige bloedglucosemetingen.
Tijdens de kinderjaren en adolescentie moeten glykemische testen volgens een strikte routine worden uitgevoerd, om zo het ontstaan van complicaties, groeiproblemen en cognitieve stoornissen op lange termijn te voorkomen.    

De normale lichamelijke ontwikkeling van kinderen en adolescenten met diabetes type 1 moet voortdurend worden gecontroleerd door middel van regelmatige metingen van lengte en gewicht.

Diabetes type 1 kan tegenwoordig vroeg in de kindertijd worden gediagnosticeerd, maar het blijft een ziekte die niet kan worden genezen. Echter, met de juiste behandeling en testen kunnen kinderen een normaal leven leiden met minimale gevolgen voor hun algehele gezondheid en welzijn.

Bronnen

  1. Ralph Ziegler, Andreas Neu. Diabetes in Childhood and Adolescence. Dtsch Arztebl Int. 2018 Mar 2;115(9):146-156. doi: 10.3238/arztebl.2018.0146.
  2. Linda A DiMeglio , Carmella Evans-Molina , Richard A Oram. Type 1 diabetes. Lancet. 2018 Jun 16;391(10138):2449-2462. doi: 10.1016/S0140-6736(18)31320-5.
  3. Kimber M Simmons , Erin Youngkin , Aimon Alkanani , Dongmei Miao, Kristen McDaniel, Liping Yu, Aaron W Michels. Screening children for type 1 diabetes-associated antibodies at community health fairs. Pediatr Diabetes. 2019 Nov;20(7):909-914. doi: 10.1111/pedi.12902. Epub 2019 Aug 18.
  4. Juliet A Usher-Smith , Matthew J Thompson, Hannah Zhu , Stephen J Sharp, Fiona M Walter. The pathway to diagnosis of type 1 diabetes in children: a questionnaire study. BMJ Open. 2015 Mar 17;5(3):e006470. doi: 10.1136/bmjopen-2014-006470.
  5. Joanne C Blair, Andrew McKay, Colin Ridyard, Keith Thornborough, Emma Bedson, Matthew Peak, Mohammed Didi, Francesca Annan, John W Gregory, Dyfrig A Hughes, Carrol Gamble, SCIPI investigators. Continuous subcutaneous insulin infusion versus multiple dailyinjection regimens in children and young people at diagnosis of type1 diabetes: pragmatic randomised controlled trial and economic evaluation. BMJ. 2019 Apr 3;365:l1226. doi: 10.1136/bmj.l1226.
5753

Wat zijn de behandelingen voor diabetes type 2?

Er bestaan verschillende oplossingen voor de preventie en behandeling van diabetes type 2. De eerste behandeling bestaat uit het overstappen naar een gezond dieet in combinatie met regelmatige lichaamsbeweging. Als de veranderingen in levensstijl niet effectief zijn, kunnen antidiabetica en insuline-injecties worden voorgesteld.

Afvallen 

Overgewicht en obesitas worden erkend als primaire risicofactoren voor diabetes type 2. Ze zijn meestal het gevolg van slechte voeding en langdurige lichamelijke inactiviteit. Daarom begint de behandeling van diabetes type 2 meestal met het aanbrengen van verbeteringen in de levensstijl van de patiënt.

Daartoe zal de zorgverlener een aangepast dieet aanbevelen in combinatie met een programma van regelmatige lichamelijke activiteit. Deze veranderingen in levensstijl zijn gericht op afvallen en het onder controle krijgen van de glykemie van de patiënt.

De doelen voor gewichtsverlies zijn voor elke persoon anders en zijn afhankelijk van hun leeftijd en gezondheidstoestand.

Verbeteringen in voedingsgewoonte

Voor een succesvolle behandeling van diabetes type 2 moet het dieet van de patiënt worden verbeterd zodra een positieve diagnose is gesteld. Het algemene doel is om de voedselinname aan te passen aan de individuele behoeften van elke persoon, met name hun energieverbruik.

Om diabetes type 2 te voorkomen en te behandelen, is het van essentieel belang om de totale inname van koolhydraten (suiker) te verminderen en de vezels te verhogen. Afgezien van de hoeveelheid moet ook bijzondere aandacht worden besteed aan de kwaliteit en bronnen van de koolhydraten. Fruit en groenten worden aanbevolen, samen met volkorenproducten.

Patiënten moeten ook de inname van dierlijk eiwit, zetmeel (aardappelen, rijst, maïs...) en vet voedsel verminderen, en industrieel verwerkte producten met eenvoudige suikers zoals glucose en fructose (snoep, frisdrank, kant-en-klaarmaaltijden) verminderen of zelfs volledig elimineren.

Een goed startpunt is het mediterrane of vegetarische dieet dat universeel wordt beschouwd als gezond en daarom sterk wordt aanbevolen bij de preventie en behandeling van diabetes type 2.

Sport en lichaamsbeweging

Regelmatige lichamelijke activiteit is een essentiële factor bij de succesvolle behandeling van diabetes type 2 en vermindert het risico op het ontwikkelen van de ziekte met ongeveer 30% .

Lichaamsbeweging kan sporten betekenen, maar er zijn veel andere vormen van lichaamsbeweging. Simpelweg opstaan en rondlopen in plaats van lange tijd zitten is al gunstig. Dagelijkse lichaamsbeweging en oefeningen zorgen niet alleen voor het verbranden van calorieën, maar hebben ook een positief effect op insulinegevoeligheid en glykemie.

Antidiabetica

Als de diabetes type 2 te ernstig is of als de overgang naar een gezonde levensstijl niet voldoende is om de bloedglucosespiegels aanzienlijk te verlagen, kan orale diabetesmedicatie worden aanbevolen. Metformine is de aanbevolen eerstelijnsmedicatie voor de behandeling van diabetes type 2, maar er zijn veel alternatieven als zich bijwerkingen voordoen of als metformine niet effectief blijkt te zijn.

Insuline

Insulinetherapie kan worden voorgesteld als behandeling voor diabetes type 2 om het risico op vasculaire complicaties te verminderen en een betere controle van de bloedglucose te verkrijgen.

De te injecteren doses insuline worden voor iedereen individueel berekend. Het moet helpen bij het reguleren van de bloedglucosespiegels, terwijl hypoglykemie wordt voorkomen en gewichtstoename wordt vermeden, wat een van de gevolgen is van een te hoge dosering.

Bronnen

  1. Andreas F. H. Pfeiffer, Harald H. Klein. The Treatment of Type 2 Diabetes. Dtsch Arztebl Int. 2014 Jan; 111(5): 69–82.
  2. Bolla AM, Caretto A, Laurenzi A, Scavini M, Piemonti L. Low-Carb and Ketogenic Diets in Type 1 and Type 2 Diabetes. Nutrients 2019, 11(5), 962.
  3. Hubert Kolb, Stephan Martin. Environmental/lifestyle factors in the pathogenesis and prevention of type 2 diabetes. BMC Med. 2017; 15: 131.
5652

Hoe wordt diabetes type 2 gediagnosticeerd?

Screening op diabetes type 2 is essentieel voor de preventie van complicaties en moet ook worden uitgevoerd als er geen symptomen zijn waargenomen. Een eenvoudig bloedonderzoek om specifieke indicatoren te meten kan leiden tot een betrouwbare diagnose van diabetes type 2.

Screening op diabetes type 2: waarom is het belangrijk?

Diabetes type 2 wordt erg vaak door artsen gediagnosticeerd, vaak wanneer de patiënt geheel nietsvermoedend is. De aandoening treft een groot percentage volwassenen, met name ouderen, dus wordt het aanbevolen om vroegtijdig te testen, om de drie jaar vanaf de leeftijd van 40 jaar in België en 45 of 35 in Nederland (afhankelijk van de etniciteit).

Sommige mensen hebben een hoger risico op het ontwikkelen van diabetes type 2. Als u last heeft van een van de volgende risicofactoren, moet u uw huisarts raadplegen, ongeacht uw leeftijd:

● overgewicht of obesitas; 

● gebruik van antipsychotische geneesmiddelen;

● zittende levensstijl; 

● voorgeschiedenis van zwangerschapsdiabetes of familiegeschiedenis van diabetes type 2;

● hartziekte;

● hoog cholesterol- of triglyceridegehalte;

● slaapstoornissen;

● hoge bloeddruk.

Houd er rekening mee dat België en Nederland hun eigen richtlijnen voor screening hebben, raadpleeg uw huisarts. 

Een vroege diagnose van diabetes type 2 maakt het mogelijk om de impact van hyperglykemie op het lichaam te beperken, met behulp van de nodige aanpassingen in levensstijl of door middel van farmaceutische behandeling, of beide.

Bloedtesten om diabetes type 2 te diagnosticeren

Diabetes type 2 wordt gediagnosticeerd met een eenvoudige bloedtest. De test wordt meestal uitgevoerd wanneer de patiënt nuchter is, bij voorkeur via een bloedstaal.

In het geval dat de eerste test een positief resultaat heeft, moet binnen 14 dagen een tweede bloedstaal worden afgenomen om de initiële diagnose te bevestigen of te weerleggen.

Nuchtere bloedglucosetest  

Bij een nuchtere bloedsuikerspiegeltest wordt een bloedstaal afgenomen als de patiënt niet heeft gegeten gedurende ten minste 12 uur. Het doel is om te controleren of de bloedglucosespiegels hoog zijn zonder te hebben gegeten, om zo mogelijke diabetes type 2 te detecteren. Als twee metingen met een paar dagen ertussen gelijk zijn aan of hoger zijn dan 126 mg/dL, dan wordt een positieve diagnose van diabetes bevestigd.

Willekeurige bloedglucosetest

Zoals de naam doet vermoeden, is de willekeurige bloedglucosetest een bloedstaal dat op elk moment van de dag kan worden afgenomen. Het maakt het mogelijk om de bloedglucosespiegel te meten zonder rekening te houden met het tijdstip waarop de patiënt voor het laatst heeft gegeten of gedronken. Glucosewaarden boven 200 mg/dL wijzen op volledige diabetes.

HbA1c-test 

HbA1c (geglyceerde hemoglobine)-test wordt gebruikt om de bloedglucosespiegels in de afgelopen twee tot drie maanden te meten. Het maakt het mogelijk om chronische hyperglykemie te identificeren en, in bevestigde gevallen, om vast te stellen of de diabetes verbetert of verergert.

De geglyceerde hemoglobinespiegel wordt als te hoog beschouwd als deze hoger is dan 5,7%, en als deze hoger is dan 6,5% is diabetes bevestigd. 

Orale glucosetolerantietest

Orale glucosetolerantietesten meten het suikergehalte in het bloed gedurende een periode van enkele uren. Het wordt 's ochtends uitgevoerd, na 8-12 uur vasten. Vlak voor de afname van het eerste monster wordt 75 gram glucose ingenomen. Twee uur later wordt een tweede bloedstaal genomen en als er een bloedsuikerspiegel hoger dan 200 mg/dL is, wordt diabetes vermoed.  

C-peptidetest

De diagnose van diabetes type 2 kan ook het meten van de C-peptidewaarden omvatten. Dit helpt bij het bepalen van de mate van insulineproductie en dus hoe gevorderd de ziekte is. Het niveau van C-peptide is vaak hoger na de aanvang van diabetes type 2, en neemt vervolgens af naarmate het vordert. 

Bronnen

  1. Petersmann A, Müller-Wieland D, Müller UA, Landgraf R, Nauck M, Freckmann G, Heinemann L, Schleicher E. Definition, Classification and Diagnosis of Diabetes Mellitus. Exp Clin Endocrinol Diabetes. 2019 Dec;127(S 01):S1-S7.
  2. Karly Pippitt , Marlana Li , Holly E Gurgle. Diabetes Mellitus: Screening and Diagnosis. Am Fam Physician. 2016 Jan 15;93(2):103-9.
6267

Wat zijn de symptomen van diabetes type 2?

De aanvang van diabetes type 2 wordt gekenmerkt door een afwezigheid van symptomen. De ziekte verergert langzaam, soms gedurende een aantal jaren, zonder dat zich enige waarschuwingsverschijnselen voordoen.

Bepaalde risicofactoren bevorderen nog steeds de ontwikkeling ervan. De belangrijkste hiervan zijn, als we de effecten van veroudering uitsluiten, gebrek aan lichaamsbeweging in combinatie met een ongezond dieet

Beide factoren dragen bij aan een aanleg voor overgewicht of obesitas, wat op zijn beurt kan leiden tot de ontwikkeling van een stofwisselingstoornis die insulineresistentie wordt genoemd, waardoor het risico op diabetes type 2 toeneemt.

Als preventieve maatregel wordt jaarlijkse screening aanbevolen vanaf de leeftijd van 40 jaar, of eerder in het geval van predispositie, zelfs wanneer er geen symptomen van diabetes type 2 zijn waargenomen.

Belangrijkste symptomen

De voornaamste symptomen van diabetes type 2 zijn de symptomen die kenmerkend zijn voor hyperglykemie: 

  • overmatige dorst (polydipsie)
  • een frequente aandrang om te plassen
  • gewichtsverlies
  • overmatige eetlust
  • chronische vermoeidheid.

Screening wordt aanbevolen voor alle mensen met een risico (familiegeschiedenis van diabetes, overgewicht, enz.) vanaf de leeftijd van 40 jaar.

Is het mogelijk om diabetes type 2 te hebben zonder symptomen te hebben? 

Voordat diabetes type 2 begint, ontwikkelt het zich langzaam gedurende een aantal jaren zonder enige symptomen te vertonen.

De asymptomatische fase, prediabetes genoemd, wordt gekenmerkt door een toename van de insulineresistentie en een verhoging van de nuchtere bloedsuikerspiegel. De alvleesklier is overwerkt, raakt moe en kan niet meer de hoeveelheid insuline produceren die nodig is om een stabiele bloedsuikerspiegel te handhaven.

Omdat er geen zichtbare symptomen zijn, wordt prediabetes vaak onverwacht gediagnosticeerd tijdens een bloedtest voor andere gezondheidsproblemen

Om diabetes type 2 correct te identificeren voordat het een gevorderd stadium bereikt en mogelijk gevaarlijk wordt, wordt regelmatig bloedonderzoek aanbevolen. Zo kan uw zorgverlener eventuele abnormale bloedsuikerspiegels detecteren en verder onderzoek uitvoeren.

Bronnen

  1. Markku Laakso. Biomarkers for type 2 diabetes. Mol Metab. 2019 Sep; 27(Suppl): S139–S146.
  2. Samantha Roberts, Eleanor Barry, Dawn Craig, Mara Airoldi, Gwyn Bevan, Trisha Greenhalgh. Preventing type 2 diabetes: systematic review of studies of cost-effectiveness of lifestyle programmes and metformin, with and without screening, for pre-diabetes. BMJ Open. 2017; 7(11): e017184.
  3. Kung-Ting Kao, Matthew A Sabin. Type 2 diabetes mellitus in children and adolescents. Aust Fam Physician. 2016 Jun;45(6):401-6.
  4. Karly Pippitt , Marlana Li , Holly E Gurgle, Diabetes Mellitus: Screening and Diagnosis. Am Fam Physician, 2016 Jan 15;93(2):103-9.
  5. Raquel Vieira, Selma B Souto, Elena Sánchez-López, Ana López Machado, Patricia Severino, Sajan Jose, Antonello Santini, Amelia M Silva, Ana Fortuna, Maria Luisa García, Eliana B Souto. Sugar-Lowering Drugs for Type 2 Diabetes Mellitus and Metabolic Syndrome-Strategies for In Vivo Administration: Part-II. J Clin Med. 2019 Aug 28;8(9):1332.
  6. Zand A, Ibrahim K, Patham B. Prediabetes: Why Should We Care? Methodist Debakey Cardiovasc J. Oct-Dec 2018;14(4):289-297.
  7. Ewan R. Pearson. Type 2 diabetes: a multifaceted disease. Diabetologia. 2019; 62(7): 1107–1112.
7267

Wat is diabetes type 2?

Diabetes type 2, ook bekend als niet-insulineafhankelijke diabetes, is de meest voorkomende vorm van diabetes mellitus en betreft 90% tot 95% van de mensen met diabetes.

Deze stofwisselingstoornis wordt gekenmerkt door een afname van de effecten van insuline op lichaamscellen, oftewel insulineresistentie, en onvoldoende insulineproductie door de alvleesklier. Aangezien insuline verantwoordelijk is voor het reguleren van de bloedglucosespiegel, leidt dit tot hyperglykemie omdat de bloedglucosespiegel te hoog wordt. Deze afwijkingen worden meestal getriggerd bij mensen met een familiegeschiedenis van diabetes type 2 en een ongezonde levensstijl, vaak met problemen van overgewicht of obesitas.

Symptomen

Voordat diabetes type 2 begint, ontwikkelt het zich langdurig in stilte, zonder merkbare symptomen. Het is daarom niet ongebruikelijk dat patiënten ontdekken dat ze diabetes hebben op het moment dat ze eigenlijk voor andere gezondheidsproblemen naar een arts gaan.

Daarom kan zelfs iemand die geen symptomen van diabetes type 2 ervaart, door de ziekte worden beïnvloed.

Diabetes kan zich ook manifesteren door typische symptomen van hyperglykemie, zoals:

● vermoeidheid;

● overmatige dorst;

● gewichtsverlies;

● frequente aandrang om te plassen;

● trage genezing;

● hyperglykemie gedetecteerd tijdens een bloedtest.

Oorzaken

Diabetes type 2 wordt vaak waargenomen bij overgewicht en obesitas, en wordt gedefinieerd als een overmaat aan suiker in het bloed, wat optreedt nadat cellen ongevoelig zijn geworden voor insuline. Dit noemen we insulineresistentie.

Overmatig bloedsuiker sporen de cellen in de alvleesklier, gespecialiseerd in insulineafscheiding, aan tot overproductie van insuline in een poging om de bloedsuiker te stabiliseren.

Diabetes type 2 wordt gediagnosticeerd wanneer de alvleesklier niet meer genoeg insuline kan afscheiden om insulineresistentie te compenseren.

Risicofactoren

Verschillende genetische en omgevingsfactoren verhogen het risico op het ontwikkelen van diabetes type 2.

  • Genetische aanleg, een erkend risicofactor voor het ontwikkelen van diabetes type 2, met een risiconiveau van ten minste 40% voor iemand van wie de ouders diabetes hebben [3,6].
  • Gebrek aan lichaamsbeweging en een vetzuurrijk, vezelarm dieet met veel suikers, waarbij beiden de weg vrijmaken naar abnormale insulineproductie en -werking. 
  • overgewicht en obesitas

Er zijn ook andere factoren geïdentificeerd die verband houden met de levensstijl: 

  • roken
  • onvoldoende en slechte kwaliteit slaap
  • depressie en stress
  • overmatig of regelmatig alcoholgebruik.

Behandelingen 

Het overstappen naar een gezonde levensstijl is de primaire maatregel bij de behandeling van diabetes type 2; het is ook de beste manier om het ontstaan ervan te vertragen of zelfs te voorkomen. Een evenwichtig dieet en regelmatige lichaamsbeweging helpen bij het reguleren van de bloedglucosespiegel en zullen, in geval van overgewicht of obesitas, gewichtsverlies stimuleren.

Soms is een overgang naar een gezonde levensstijl niet voldoende. Als dit het geval is, is behandeling met geneesmiddelen op basis van orale antidiabetica vereist. Indien nodig kunnen ook insulinesupplementen worden aangeboden als behandeling voor diabetes type 2 als orale antidiabetica geen of te weinig effect hebben. 

In gevallen van obesitas kunnen bariatrische chirurgische ingrepen nuttig zijn bij het verminderen van overgewicht en het behandelen van diabetes type 2.

Bronnen

  1. Markku Laakso. Biomarkers for type 2 diabetes. Mol Metab. 2019 Sep; 27(Suppl): S139–S146.
  2. Petersmann A, Müller-Wieland D, Müller UA, Landgraf R, Nauck M, Freckmann G, Heinemann L, Schleicher E. Definition, Classification and Diagnosis of Diabetes Mellitus. Exp Clin Endocrinol Diabetes. 2019 Dec;127(S 01):S1-S7.
  3. Yanling Wu, Yanping Ding, Yoshimasa Tanaka, and Wen Zhang. Risk Factors Contributing to Type 2 Diabetes and Recent Advances in the Treatment and Prevention. Int J Med Sci. 2014; 11(11): 1185–1200.
  4. Samantha Roberts, Eleanor Barry, Dawn Craig, Mara Airoldi, Gwyn Bevan, Trisha Greenhalgh. Preventing type 2 diabetes: systematic review of studies of cost-effectiveness of lifestyle programmes and metformin, with and without screening, for pre-diabetes. BMJ Open. 2017; 7(11): e017184.
  5. Andreas F. H. Pfeiffer, Harald H. Klein. The Treatment of Type 2 Diabetes. Dtsch Arztebl Int. 2014 Jan; 111(5): 69–82.
  6. Fangying Xie, Juliana CN Chan, Ronald CW Ma, Precision medicine in diabetes prevention, classification and management, J Diabetes Investig. 2018 Sep; 9(5): 998–1015.
  7. Hubert Kolb, Stephan Martin. Environmental/lifestyle factors in the pathogenesis and prevention of type 2 diabetes. BMC Med. 2017; 15: 131.
  8. Raquel Vieira, Selma B Souto, Elena Sánchez-López, Ana López Machado, Patricia Severino, Sajan Jose, Antonello Santini, Amelia M Silva, Ana Fortuna, Maria Luisa García, Eliana B Souto. Sugar-Lowering Drugs for Type 2 Diabetes Mellitus and Metabolic Syndrome-Strategies for In Vivo Administration: Part-II. J Clin Med. 2019 Aug 28;8(9):1332.
  9. Ankit Shah, Blandine Laferrère. Diabetes after Bariatric Surgery. Can J Diabetes. 2017 August ; 41(4): 401–406.
4548

Wat zijn de behandelingen voor diabetes type 1?

Miljoenen mensen wereldwijd leven met diabetes type 1: een insulineafhankelijke vorm van diabetes die wordt gekenmerkt door het afscheiden van onvoldoende insuline door de alvleesklier.

De rol van insuline is om de absorptie te bevorderen van glucose (suiker) in lichaamscellen. Wanneer glucose niet door de lichaamscellen wordt verwerkt, stapelt het zich op in het bloed en veroorzaakt het hyperglykemie. 

Insulinetherapie blijft de standaardbehandeling voor diabetes type 1, waarbij diverse toedieningsmethoden en technologische hulpmiddelen beschikbaar zijn die het dagelijks leven van patiënten verbeteren.

Nieuwe soorten behandelingen worden onderzocht of zijn in ontwikkeling. Er zijn nog veel uitdagingen om te overwinnen: 

  • het vertragen van de progressie van diabetes type 1
  • het overwinnen van de immuunmechanismen die de ziekte veroorzaken
  • het voorkomen van het optreden van complicaties door betere technieken te ontwikkelen voor het controleren van de bloedglucosespiegel
  • het creëren van insulinetoedieningssystemen die de normale alvleesklier-activiteit nabootsen. 

Behandelen van diabetes type 1 met insulinetherapie

Insulinepennen

In het begin van de jaren 80 bracht de lancering van de eerste insulinepen een revolutie teweeg in de behandeling van diabetes type 1. Compact, praktisch, discreet en nauwkeurig, het werd al snel beschouwd als een uitstekend alternatief voor spuiten en flacons.

De insulinepen bestaat uit een insulinepatroon in een pen met aan het uiteinde een fijne naald voor eenmalig gebruik. 

Er zijn twee soorten pennen:

  • herlaadbaar, waarbij een insulinepatroon kan worden vervangen, 
  • voor eenmalig gebruik, deze is voorgevuld en moet worden weggegooid na gebruik.

De insulinepen is nu wereldwijd de meest gebruikte behandeling voor diabetes. De pen geniet de voorkeur bij artsen en patiënten vanwege het gebruiksgemak en de nauwkeurigheid bij het toedienen van de juiste dosis. Bovendien bieden subcutane insuline-injecties een betere glykemische controle dan injecties in de diepere lagen van de huid.

Medische voorvallen (hypoglykemie, blauwe plekken of bloeding) als gevolg van onjuist gebruik kunnen echter optreden bij patiënten die de insulinepen hebben gekozen als behandelingsmethode voor diabetes type 1. Het is belangrijk dat patiënten die deze soort insulinetherapie gebruiken, technisch getraind zijn in het gebruik ervan en regelmatig worden gecontroleerd door professionele gezondheidswerkers.

Insulinepomp

Het doel van insulinepompen is om regelmatige doses snel- en ultrasnelwerkende insuline te verstrekken. Een continue basale dosering wordt gedurende de dag toegediend wanneer dit nodig is, terwijl bij hyperglykemie een extra dosis kan worden gegeven.

De insulinepomp is een programmeerbaar apparaat met een afneembaar infusie-systeem. Het kan worden aangepast aan de specifieke kenmerken en behoeften van elke individuele gebruiker. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om de parameters voor insulinetoediening aan te passen aan het tijdstip of de situatie (fysieke activiteit, ziekte, enz.).                                                                                                     

Vandaag de dag is de insulinepomp een van de meest betrouwbare en effectieve behandelingen voor diabetes type 1. Het verbetert de kwaliteit van leven van mensen met diabetes door een optimale bloedglucosecontrole te bieden en het risico op hypoglykemie te beperken.

Nieuwe behandelingsperspectieven

Kunstmatige alvleesklier

Omdat zelfbehandeling van diabetes type 1 moeilijk en beperkend blijft, is de vraag naar de ontwikkeling van 'closed-loop' insulinetherapiesystemen aanzienlijk gegroeid.

De eerste klinische onderzoeken die de betrouwbaarheid van dergelijke apparaten aantonen, zijn in 2010 uitgevoerd. Het was echter pas in 2017 dat het eerste hulpmiddel, ten onrechte aangeduid als kunstmatige alvleesklier, werd goedgekeurd na niet-gerandomiseerde klinische onderzoeken. 

Het is geen transplanteerbaar kunstorgaan, maar een bundel van geavanceerde technologie die een apparaat voor continue glucosemonitoring (CGM), een externe insulinepomp en een controle-unit (soms een smartphone) met elkaar combineert.                                                                                                                    

De verkregen resultaten zijn zeer bemoedigend. Klinische onderzoeken hebben aangetoond dat het gebruik van een kunstmatige alvleesklier het percentage van de tijd dat wordt besteed binnen het optimale bloedglucosebereik met 10% verhoogt, de tijd die wordt besteed met hypoglykemie met de helft vermindert en HbA1c (geglyceerde hemoglobine) met 0,3 % verbetert.

Gezien de doeltreffendheid zou de kunstmatige alvleesklier zich in de nabije toekomst wel eens kunnen vestigen als de standaardbehandeling voor diabetes type 1. De kwaliteit van leven van mensen met diabetes zou sterk worden verbeterd, met verbeterde controle van hun bloedglucosewaarden, waardoor het dagelijks leven niet alleen comfortabeler wordt maar ook minder angstig, waardoor een betere slaap mogelijk is en meer flexibiliteit in de eetgewoonten wordt geboden. 

Alvleesklier- en eilandjes van Langerhans-transplantaties en stamceltherapie

Er zijn momenteel twee behandelingstrategieën voor het vervangen van bètacellen in de alvleesklier van mensen met diabetes type 1: 

  • transplantatie van de eilandjes van Langerhans die insulineproducerende bètacellen van de pancreas bevatten
  • transplantatie van een alvleesklier van een donor.

Deze twee behandelingen hebben echter hun beperkingen vanwege het beperkte aantal donoren en de beperkingen die gepaard gaan met immunosuppressieve behandeling, omdat de patiënt medicatie moet nemen om afstoting van het orgaan te voorkomen; dit veroorzaakt vaak een aanzienlijk aantal bijwerkingen.

Om deze obstakels te overwinnen, hebben internationale onderzoeksteams de techniek ontwikkeld om de eigen pluripotente stamcellen van de patiënt te gebruiken als basis voor het genereren van onbeperkte insulineproducerende cellen.

In de afgelopen tien jaar is er aanzienlijke vooruitgang geboekt bij het genereren van functionele bèta-pancreascellen uit menselijke stamcellen. Het immuunsysteem van de patiënt valt echter de getransplanteerde pancreascellen aan. 

Om te voorkomen dat de succeskansen van deze behandeling worden aangetast door afstoting, werken laboratoria momenteel aan een aantal oplossingen met behulp van inkapseltechnologie, immunomodulatie-aanpak en genbewerkingstechnieken.

Insulinepillen

Internationale teams van onderzoekers werken al tientallen jaren aan de ontwikkeling van een pil op basis van insuline, met als doel om mensen met diabetes type 1 hun dagelijkse insuline-injecties te besparen en het voor hen ook gemakkelijker te maken om zich aan hun behandelingsprogramma's te houden.

Deze behandelingsmethode wordt momenteel uitgevoerd in klinische onderzoeken. De uitdaging van orale insulinetoediening wordt des te ingewikkelder, omdat insuline gemakkelijk wordt afgebroken door maagzuren en slecht door de darmwand wordt geabsorbeerd. Het moet daarom ingekapseld worden in een beschermende zuurresistente coating

Meer recent is onderzoek gedaan naar capsules met insuline in suspensie in een ionenvloeistof en gecoat met zuurresistente moleculen. Na de eerste positieve resultaten moeten onderzoekers nu preklinische tests uitvoeren die aantonen of de pil op lange termijn niet giftig is. 

Andere onderzoekers hebben een capsule ontwikkeld die insuline in de maagwand kan injecteren met een micronaald om perforatie te voorkomen.

Vandaag de dag worden er ook andere soorten insulinepillen onderzocht in klinische onderzoeken. Het doel is het bepalen van de optimale dosering en de verdraagbaarheid door het lichaam van deze nieuwe orale behandelingen, die, indien succesvol, het leven gemakkelijker kunnen maken voor mensen met diabetes type 1.

Behandeling met immunotherapie: naar een diabetesvaccin

Diabetes type 1 is een auto-immuunziekte die de geleidelijke vernietiging van insulineproducerende bètacellen veroorzaakt.

Het onderliggende concept achter de ontwikkeling van een diabetesvaccin is het voorkomen dat het immuunsysteem de resterende alvleeskliercellen aanvalt, zodat de insulineproductie doorgaat.

In de afgelopen tien jaar hebben bijna 70 klinische onderzoeken de doeltreffendheid getest van een reeks immunotherapiebenaderingen die de auto-immuunreactie specifiek voor diabetes type 1 kunnen afzwakken.

Een van de meest veelbelovende aanpakken voor de ontwikkeling van een diabetesvaccin is het gebruik van anti-CD3 monoklonale antilichamen. Dit antilichaam vermindert het verlies van functionele bèta-pancreascellen tot zeven jaar na het begin van diabetes type 1

Een recent klinisch onderzoek toonde aan dat de toediening van anti-CD3-antilichamen aan familieleden van patiënten met diabetes type 1, die zelf een hoog risico lopen om de ziekte te ontwikkelen, de progressie ervan met gemiddeld twee jaar vertraagde. Kan de droom van een effectief diabetesvaccin werkelijkheid worden?

Bronnen

  1. Tosun B, Cinar FI, Topcu Z, Masatoglu B, Ozen N, Bagcivan G, et al. Do patients with diabetes use the insulin pen properly? Afri Health Sci. 2019; 19(1). 1628-1637.
  2. Herold KV et al. An Anti-CD3 Antibody, Teplizumab, in Relatives at Risk for Type 1 Diabetes. N Engl J Med 2019;381:603-13.
  3. Klemen Dovc, Tadej Battelino. Evolution of Diabetes Technology. Endocrinol Metab Clin North Am. 2020 Mar;49(1):1-18. doi: 10.1016/j.ecl.2019.10.009. Epub 2019 Dec 4.
  4. Teresa H Truong, Trang T Nguyen, Becky L Armor, Jamie R Farley. Errors in the Administration Technique of Insulin Pen Devices: A Result of Insufficient Education. Diabetes Ther. 2017 Apr;8(2):221-226. doi: 10.1007/s13300-017-0242-y. Epub 2017 Mar 4.
  5. Benhamou PY et al. Closed-loop insulin delivery in adults with type 1 diabetes in real-life conditions: a 12-week multicentre, open-label randomised controlled crossover trial. The Lancet Digital Health Volume 1, Issue 1, May 2019, Pages e17-e25.
  6. Sneddon JB et al. Stem Cell Therapies for Treating Diabetes:Progress and Remaining Challenges. Cell Stem Cell22, June 1, 2018.
  7. Banerjee A. et al. Ionic liquids for oral insulin delivery. PNAS July 10, 2018 115 (28) 7296-7301.
  8. Andrew Fry. Insulin delivery device technology 2012: where are we after 90 years? J Diabetes Sci Technol. 2012 Jul 1;6(4):947-53. doi: 10.1177/193229681200600428.
  9. Abramson A et al. An ingestible self-orienting system for oral delivery of macromolecules. Science 363, 611–615 (2019) 8 February 2019.
  10. Boughton C. et Hovorka R. Advances in artificial pancreas systems. Science Translational Medicine, 20 Mar 2019: Vol. 11, Issue 484, eaaw4949.
  11. M.A Atkinson et al. The challenge of modulating β-cell autoimmunity in type 1 diabetes. Lancet Diabetes Endocrinol. janvier 2019.
6469

Diabetes type 1: diagnose en screening

Diabetes type 1, ook wel insulineafhankelijke diabetes genoemd, wordt meestal gediagnosticeerd tijdens de kinderjaren en adolescentie. 

Als diabetes type 1 met succes wordt behandeld, kan iemand een volkomen gezond leven leiden, mits hij of zij de behandeling blijft volgen en zijn/haar bloedglucosespiegels goed onder controle houdt.

Het is belangrijk dat men zich zo vroeg mogelijk bewust is van en de tekenen herkent die specifiek zijn voor insulineafhankelijke diabetes. Als er symptomen optreden, is het uiterst belangrijk om een zorgverlener te raadplegen en screeningtests uit te voeren om een diagnose te kunnen stellen.

Bij tests op een lege maag en met aanwezigheid van de hierboven genoemde symptomen, wordt de diagnose diabetes gesteld als uw bloedglucosespiegel hoger is dan 126 mg/dL. Als u voor de bloedtest niet nuchter was, wordt een waarde hoger dan 200 mg/dL beschouwd als een positieve diagnose van diabetes. 

Een andere test die ook wordt gebruikt om te screenen op diabetes type 1 is de concentratie geglyceerd hemoglobine (HbA1c). Die moet hoger zijn dan 6,5% (48 mmol/mol) om een positieve diagnose te kunnen stellen.

Screeningtests zijn eenvoudig en ruim beschikbaar. Ze moeten worden uitgevoerd als uw zorgverlener dit nodig vindt, vooral als u of uw kind de symptomen van diabetes type 1 vertoont.

Bij een positieve diagnose van diabetes type 1 kunnen deze tests vervolgens worden gebruikt als basis voor het bepalen van een passende behandeling, om zo gezondheidscomplicaties te voorkomen.

Bronnen

  1. [No authors listed]. What You Should Know About Type 1 Diabetes. Am Fam Physician. 2018 Aug 1;98(3):Online. PMID: 30215907
  2. Mark A Atkinson, George S Eisenbarth, Aaron W Michels. Type 1 diabetes. Lancet. 2014 Jan 4;383(9911):69-82. doi: 10.1016/S0140-6736(13)60591-7. Epub 2013 Jul 26.
  3. Wei Li, Edgar Huang, Sujuan Gao. Type 1 Diabetes Mellitus and Cognitive Impairments: A SystematicReview. J Alzheimers Dis. 2017;57(1):29-36. doi: 10.3233/JAD-161250.
  4. Maryam Khandan, Batool Tirgar, Farokh Abazari, Mohammad Ali Cheraghi. Mothers' Experiences of Maze Path of Type 1 Diabetes Diagnosis in Children. Ethiop J Health Sci. 2018 Sep;28(5):635-644. doi: 10.4314/ejhs.v28i5.15.
  5. Linda A DiMeglio, Carmella Evans-Molina, Richard A Oram. Type 1 diabetes. Lancet . 2018 Jun 16;391(10138):2449-2462. doi: 10.1016/S0140-6736(18)31320-5.
4947

Wat zijn de symptomen van diabetes type 1?

Talrijke onderzoeken hebben benadrukt hoe moeilijk het is om de symptomen van diabetes type 1 te herkennen.

Om deze reden worden wereldwijd informatiecampagnes uitgevoerd die gericht zijn op het algemene publiek en de medische gemeenschap, om het bewustzijn te vergroten van de eerste tekenen van het ontstaan van diabetes type 1, zowel tijdens de kindertijd als de volwassenheid.

Symptomen bij kinderen

De symptomen van diabetes type 1 bij kinderen zijn zeer gevarieerd. De meest voorkomende hiervan zijn: 

  • vaak en in grote hoeveelheden plassen (polyurie)
  • vaak 's nachts opstaan om te plassen (nycturie)
  • uitgedroogd zijn, maar altijd dorst hebben (polydipsie)
  • gewicht verliezen
  • zich overweldigend moe voelen.

Andere tekenen die waarschijnlijk ook verschijnen en die onmiddellijk alarmbellen moeten doen rinkelen, zijn:

  • veranderingen in gedrag/stemming
  • veranderingen in eetlust
  • buikpijn
  • slechte adem
  • braken
  • snelle ademhaling
  • koorts
  • hoofdpijn
  • veranderingen in de geur van urine
  • met tussenpozen in bed plassen tijdens de slaap (enuresis nocturna).

Ouders spelen een belangrijke rol bij de diagnose van hun kinderen. Het is soms echter moeilijk om symptomen te koppelen aan diabetes type 1 bij kinderen, zelfs voor professionele gezondheidswerkers. De eerste tekenen zijn subtiel en kunnen aanvankelijk wijzen op andere vaak voorkomende kinderziekten. Daarom duurt het, gemiddeld, twee weken tussen het begin van de symptomen en de diagnose

Als de behandeling niet snel wordt gestart, ontwikkelen de meeste kinderen complicaties. Voor jonge mensen met diabetes type 1 is diabetische ketoacidose de meest voorkomende en meest gevaarlijke hiervan. 

De toenemende prevalentie van diabetes type 1 tijdens de kinderjaren onderstreept het belang van het ontwikkelen van therapeutische strategieën om de opsporing en interpretatie van symptomen bij kinderen te verbeteren, waardoor een betere preventie van eventuele complicaties mogelijk wordt.

Symptomen bij volwassenen

De symptomen van diabetes type 1 bij volwassenen zijn hetzelfde als bij kinderen, namelijk:

  • overmatige dorst (polydipsie)
  • vaak moeten plassen (polyurie)
  • bedplassen
  • gebrek aan energie
  • extreme vermoeidheid
  • overmatige honger of toegenomen eetlust (polyfagie)
  • plotseling gewichtsverlies, vaak gepaard gaand met trage genezing, terugkerende infecties en wazig zicht

Symptomen van diabetes type 1 komen echter over het algemeen minder vaak voor bij volwassenen. 

Langdurige complicaties met betrekking tot diabetes type 1 kunnen optreden, zoals geheugen- en aandachtstoornissen. Dit gebeurt vooral bij jongvolwassenen die in de vroege kindertijd zijn gediagnosticeerd en die een belangrijke voorgeschiedenis hebben van hypoglykemie of hyperglykemie.

Bronnen

  1. Juliet A Usher-Smith, Matthew J Thompson, Fiona M Walter. ‘Looking for the needle in the haystack’: a qualitative study of the pathway to diagnosis of type 1 diabetes in children. BMJ Open. 2013 Dec 3;3(12):e004068. doi: 10.1136/bmjopen-2013-004068.
  2. Juliet A Usher-Smith, Matthew J Thompson, Hannah Zhu, Stephen J Sharp, Fiona M Walter. The pathway to diagnosis of type 1 diabetes in children: a questionnaire study. BMJ Open. 2015 Mar 17;5(3):e006470. doi: 10.1136/bmjopen-2014-006470
  3. Brunella Iovane, Antonina Marta Cangelosi, Ilaria Bonaccini, Dora Di Mauro, Chiara Scarabello, Arianna Panigari, Alessandra Tiri, Carla Mastrorilli, Valentina Fainardi, Icilio Dodi, Maurizio Vanelli. Diabetic ketoacidosis at the onset of Type 1 diabetes in young children. Acta Biomed. 2018 Jan 8;89(1):67-71. doi: 10.23750/abm.v89i1.6936.
  4. Kathleen M Gillespie. Type 1 diabetes: pathogenesis and prevention. CMAJ. 2006 Jul 18;175(2):165-70. doi: 10.1503/cmaj.060244.
  5. Akram T Kharroubi, Hisham M Darwish. Diabetes mellitus: The epidemic of the century. World J Diabetes. 2015 Jun 25;6(6):850-67. doi: 10.4239/wjd.v6.i6.850.
  6. Maureen Monaghan, Vicki Helgeson, Deborah Wiebe. Type 1 Diabetes in Young Adulthood. Curr Diabetes Rev. 2015;11(4):239-50. doi: 10.2174/1573399811666150421114957.
5957

Wat is diabetes type 1?

What is Type 1 Diabetes?

Diabetes type 1 treft miljoenen mensen over de hele wereld, ongeacht hun leeftijd of geslacht.

Het wordt gekenmerkt door een gebrek aan insuline en wordt veroorzaakt door het immuunsysteem dat auto-antilichamen produceert. Deze richten zich op de alvleesklier en vernietigen vervolgens de bètacellen gedeeltelijk of volledig. 

Bètacellen van de alvleesklier zijn verantwoordelijk voor het afscheiden van insuline, een hormoon dat essentieel is voor de regulering van de bloedglucosespiegels. Hun vernietiging veroorzaakt een afname in de aanmaak van insuline, wat vervolgens een ophoping van suiker in het bloed veroorzaakt, hetgeen kan leiden tot een verhoogd risico op hyperglycemie en andere complicaties (hartziekte, blindheid, nierfalen ...). 

Om deze reden worden mensen met diabetes type 1 ook gecategoriseerd als insulineafhankelijk: injecties met insuline zijn essentieel om mensen met type diabetes 1 in staat te stellen een stabiele glucosespiegel te behouden, omdat het lichaam deze niet langer in voldoende hoeveelheden kan produceren. 

Symptomen 

Diabetes type 1 heeft twee overheersende symptomen:

  • een frequente aandrang om te plassen
  • een gevoel van overmatige dorst.

Bij kinderen leidt de aandoening vaak tot aanzienlijk gewichtsverlies, terwijl het zich bij volwassenen vaak manifesteert als gewichtsverlies terwijl de eetlust niet veranderd.                                      

Oorzaken

Om de ontwikkeling van diabetes type 1 volledig te begrijpen, moet rekening worden gehouden met een combinatie van factoren. Hoewel sommige mensen een genetische aanleg hebben voor diabetes, zijn er vele oorzaken en blijven de effecten van niet-genetische factoren onduidelijk

De rol van erfelijkheid bij diabetes type 1 is nog niet duidelijk beschreven. Slechts 13% van de patiënten heeft ten minste één ouder met diabetes type 1. Hoewel het risico op overdracht toeneemt als beide ouders het hebben, suggereert deze statistiek dat omgevingsinvloeden ook een rol spelen bij het veroorzaken van de ziekte. 

Onderzoek dat in de afgelopen jaren is uitgevoerd, heeft geprobeerd te identificeren welke levensstijlen, eetgewoonten en andere omgevings-, perinatale of prenatale factoren kunnen worden gezien als mogelijke triggers van diabetes type 1. 

Er zijn een aantal onderzoeken uitgevoerd om de effecten te onderzoeken van een breed scala aan factoren, waaronder:

  • de leeftijd van de moeder op het moment van de zwangerschap
  • mogelijke gevolgen van een keizersnede
  • diëten met weinig vezels en veel gluten
  • gebrek aan omega-3 en vitamine D
  • blootstelling aan virusinfecties
  • vervuiling
  • borstvoeding en de consumptie van koemelk. 

De resultaten die zijn verkregen, lijken echter niet voldoende om met zekerheid te kunnen zeggen dat dit waarschijnlijk oorzaken zijn van diabetes type 1; er zijn meer onderzoeken nodig om hun betrokkenheid te bepalen, als die betrokkenheid er al is.

Diagnose

Vertoont u of een van uw kinderen tekenen van diabetes type 1? Als dit het geval is, kan het meten van de bloedglucosespiegels via standaardbloedonderzoek een betrouwbare initiële diagnose geven.

Als de bloedsuikerspiegel hoger is dan 126 mg/dL terwijl men nuchter is, is dat een indicatie voor de aanwezigheid van diabetes.

Een andere parameter die ook kan worden gemeten is de concentratie geglyceerd hemoglobine (HbA1c). Als dit niveau hoger is dan 6,5% of 48 mmol/mol, heeft degene die wordt getest een verhoogd risico op diabetes.

Behandelingen 

De behandeling van diabetes type 1 door middel van geïnjecteerde insuline is in de afgelopen 30 jaar steeds algemener geworden en heeft de levensverwachting van mensen met diabetes sterk verbeterd. 

Recente technologische ontwikkelingen hebben de kwaliteit van leven van mensen met diabetes type 1 sterk verbeterd, vooral door hen in staat te stellen de risico's op ernstige hypoglycemie te beperken. Tot de nieuwste apparaten behoren continue glucosemeters (CGM) die continue controle van de bloedglucose mogelijk maken en insulinepompen, die regelmatige subcutane toediening van insuline kunnen leveren.

Bronnen

  1. David M Maahs , Nancy A West, Jean M Lawrence, Elizabeth J Mayer-Davis. Epidemiology of type 1 diabetes. Endocrinol Metab Clin North Am. 2010 Sep;39(3):481-97.doi: 10.1016/j.ecl.2010.05.011.
  2. Jill M Norris , Randi K Johnson , Lars C Stene..Type 1 diabetes-early life origins and changing epidemiology. Lancet Diabetes Endocrinol. 2020 March ; 8(3): 226–238. doi:10.1016/S2213-8587(19)30412-7.
  3. Jeffrey A Bluestone, Kevan Herold, George Eisenbarth. Genetics, pathogenesis and clinical interventions in type 1 diabetes . Nature 2010 Apr 29;464(7293):1293-300. doi: 10.1038/nature08933.
  4. Wei Li, Edgar Huang, Sujuan Gao. Type 1 Diabetes Mellitus and Cognitive Impairments: A Systematic Review. J Alzheimers Dis 2017;57(1):29-36. doi: 10.3233/JAD-161250.
  5. Anette-G Ziegler, Ezio Bonifacio, Alvin C Powers, John A Todd, Leonard C Harrison, Mark A Atkinson. Type 1 Diabetes Prevention: A Goal Dependent on Accepting a Diagnosis of an Asymptomatic Disease. Diabetes 2016 Nov;65(11):3233-3239. doi: 10.2337/db16-0687.
  6. F S Wong, T I Tree..Historical and new insights into pathogenesis of type 1 diabetes. Clin Exp Immunol. 2019 Dec;198(3):292-293. doi: 10.1111/cei.13396.
  7. Simon E Regnell, Åke Lernmark. Early prediction of autoimmune (type 1) diabetes. Diabetologia. 2017 Aug;60(8):1370-1381. doi: 10.1007/s00125-017-4308-1. Epub 2017 May 26.
  8. Linda A DiMeglio, Carmella Evans-Molina, Richard A Oram Lancet. Type 1 diabetes. 2018 Jun 16;391(10138):2449-2462. doi: 10.1016/S0140-6736(18)31320-5.
  9. Jessica S Pierce, Chelsea Kozikowski, Joyce M Lee, Tim Wysocki. Type 1 diabetes in very young children: a model of parent and child influences on management and outcomes Pediatr Diabetes. 2017 Feb;18(1):17-25. doi: 10.1111/pedi.12351. Epub 2015 Dec 29.
5251
Abonneer op

Over Making Diabetes Easier

VitalAire zet zich in voor de verbetering van de kwaliteit van leven van mensen met diabetes. Onze teams voor thuiszorg bieden onze patiënten en hun naasten educatie, ondersteuning en personalisering van onze zorg. Onze missie: diabetes gemakkelijker maken.

#Makingdiabeteseasier

Our mission?

#Makingdiabeteseasier

Icon
Icon
Icon
Icon